Horizontale diversificatie
Rabat
Standaardkorting die een handelaar krijgt, waarbij de fabrikant de prijs van de consument in rekening brengt bij de handelaar en vervolgens een afgesproken kortingspercentage op de rekening zet. Op die manier maakt de fabrikant duidelijk tegen welke prijs de tussenhandel het product aan de klant moet verkopen. Voor de berekening van de omzet moet de fabrikant dus duidelijk in zijn boeken vermelden hoe groot de rabatten zijn die hij verstrekt heeft.
Ratio-analyse
Analyse van de prestaties van een bedrijf op basis van gangbare bedrijfseconomische ratio’s/ verhoudingsgetallen, zoals de REV, de ROI, de RTV, de Quick ratio, de CurrentRatio, etc.
zie ook uitleg ratio's.
en uitleg rentabiliteit.
Rechtspersoon
Juridisch zelfstandige organisaties die een eigen vermogen hebben dat los staat van de personen van de aandeelhouders. In Nederland bestaan twee vormen: de Besloten Vennootschap en de Naamloze Vennootschap. Aandeelhouders zijn dus in wezen geen eigenaren van de BV of NV, omdat de BV en NV juridisch gezien geheel zelfstandig zijn.
De eenmanszaak, de vennootschap onder firma (VOF) en de commanditaire vennootschap (CV) bezitten dus geen rechtspersoonlijkheid ook al zijn het wel rechtsvormen. Het zijn echter geen rechtspersonen.
zie ook uitleg ondernemingsvormen.
Reciprocal links
Link tussen twee websites, die naar elkaar gelinkt zijn{marketing}
Reële opties
Aanvulling op de contante waarde methode om de bedrijfswaarde van een onderneming te berekenen. Naast de contante waarde van de ingaande en uitgaande kasstromen let men ook op de contante waarde van de projecten die onderweg zijn (bijvoorbeeld de opportunities die de markt nog biedt of de ontwikkelingen die via R&D zijn uitgevoerd) en op de synergie-effecten die kunnen ontstaan door samenvoeging van twee ondernemingen (in de vorm van extra opbrengsten of lagere kosten). In mindering komen mogelijke nadelen door klantenverlies vanwege de overname.
Operationeel geeft deze theorie:
Bedrijfswaarde = netto contante waarde van de kasstromen + contante waarde van de opties.
Reële waarde (fair value)
Onder reële waarde (fair value) wordt verstaan het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een verplichting kan worden afgewikkeld, tussen terzake goed geïnformeerde, tot een transactie bereid zijnde partijen, die onafhankelijk zijn. (aldus de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ). {Externe Verslaggeving}.
Dit is dus de belangrijkste stelselwijziging die via de IFRS-richtlijnen is doorgevoerd in de externe verslaggeving, zodat ander vormen om de actuele waarde van activa te benaderen, zoals de netto-vermogenswaarde, de vervangingswaarde, de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde niet langer binnen de richtlijnen vallen.
Reference groups, referentiegroepen,
Groepen waaraan de consument zich spiegelt. Het zijn groepen die een aanzienlijke (directe of indirecte) invloed hebben op de houding en gedrag van een individu. {marketing}
Referrer
pagina van waaruit een internetter via een link op een andere pagina terecht is gekomen. hoe meer referrers je hebt hoe groter de kans dat iemand naar je site komt en hoe hoger je in de zoekmachine (bijvoorbeeld Google) ranking/ volgorde komt {marketing}
Register Accountant
De belangrijkste taak van accountants is het controleren van jaarrekeningen van bedrijven. Zodat aandeelhouders en andere gebruikers van deze financiële informatie er op kunnen vertrouwen dat de cijfers een betrouwbaar beeld geven. Een accountant is daarmee de vertrouwenspersoon van het maatschappelijk verkeer. De beroepsaanduiding registeraccountant (RA) is wettelijk beschermd. Klik hier voor de website van het NIVRA. Naast registeraccountants zijn er ook Accountant Administratieconsulenten (AA) die zich verenigd hebben in de NOvAA, de zusterorganisatie van het NIVRA.
Rekening courant
Lopende rekening van een bedrijf waarbij volgens afspraak vaak een bepaald rood gestaan mag worden.
Afspraak met de bank om een girorekening aan te houden waar dagelijks bedragen bijgeschreven of overgeschreven kunnen worden. Eventueel krijgt de rekeninghouder het recht om tot een bepaald bedrag krediet op te nemen (c.q. rood te staan). Iemand kan zijn saldo ook veranderen door chartaal geld te storten of weer op te nemen.
Idem, maar dan alleen voor zover het gaat om een lening die dagelijks afgelost en weer opgenomen kan worden.
Post op de creditzijde van de balans die aangeeft hoe groot de omvang van de opgenomen lening in rekening courant bij de bank is [euro] {Bedrijfadministratie}.
Synoniem: lopende rekening.
Relatie
Situatie waarin twee of meer partijen gedurende langere tijd op elkaar in contact zijn.{marketing}
Relatielevenscyclus
Beschrijft het patroon waarin de relatie verandert in de tijd onder invloed van interacties tussen klant en organisatie{marketing}
Relatiemarketing
marketingbeleid waarbij de organisatie, een goede vertrouwensrelatie opbouwt met haar afnemers, maar ook met leveranciers, tussenpersonen en andere belangengroepen. {marketing}
Relatiemarketingprogramma
Retentie- of loyaliteitsprogramma’s gericht op het opbouwen van een duurzame relatie met klanten.{marketing}
Relatieve grootte indicator
Hoe groot zijn de huidige verkooppunten (op basis van hun gemiddelde omzet in de productgroep){marketing}
Synoniem: Selectie-indicator
zie ook Basisboek marketing 18.3
Remuneratie (Anglicisme)
Letterlijke vertaling van ‘remuneration’, dat vergoeding, beloning of honorering betekent. In feite gebruikt men het als term voor ‘remuneration package’ dat beloningspakket betekent. Het gaat doorgaans om vergoedingen per vergadering, vaste vergoedingen op jaarbasis, aandelentoekenning, opties op aandelen en dergelijke voor het bestuur en/of de Raad van Commissarissen van een NV. Een remuneratie is dus iets heel anders dan een honorarium.
Rendement
Bij rendement gaat het altijd om een verhouding tussen een bedrag dat je ergens in belegt en de vergoeding die je voor deze belegging krijgt. De verhouding wordt meestal uitgedrukt in een percentage, waarbij de vergoeding boven de teller staat en het belegde bedrag in de noemer. Maar er zijn variaties in de invulling van deze formule.
Verhouding tussen het uitgekeerde dividend [in euro per jaar] en de beurskoers op het moment van beleggen, x 100% [% per jaar] {Financiering}.
Verhouding tussen de som van het uitgekeerde dividend en de behaalde koerswinst (of -verlies) [in euro per jaar] en de beurskoers op het moment van beleggen, x 100% [% per jaar] {Financiering}. Synoniem: TSR(Total Shareholder Return)
Verhouding tussen het uitgekeerde dividend [in euro per jaar] en de beurskoers op 1 januari, x 100% [% per jaar of periode]. Dit geldt met name als de belegging al lang geleden is gebeurd {Financiering}.
Verhouding tussen de som van het uitgekeerde dividend en de behaalde koerswinst (of -verlies) [in euro per jaar] en de beurskoers op 1 januari, x 100% [% per jaar of periode]. Dit geldt met name als de belegging al lang geleden is gebeurd {Financiering}.
Verhouding tussen het uitgekeerde dividend [in euro] en de beurskoers op het moment van beleggen, x 100% [%]. Dit geldt met name bij speculeren en bij de vergelijking van twee beleggingsmogelijkheden {Financiering}.
Verhouding tussen de som van het uitgekeerde dividend en de behaalde koerswinst (of -verlies) [in euro] en de beurskoers op het moment van beleggen, x 100% [%]. Dit geldt met name bij speculeren en bij de vergelijking van twee beleggingsmogelijkheden {Financiering}.
Rendementswaarde
Contante waarde van de toekomstige dividendstroom.
Contante waarde van de te verwachten dividendstroom plus de koerswijzigingen van de aandelen.
Contante waarde van de te verwachten opbrengsten van roerende of onroerende zaken. Synoniem: bruto rendementswaarde
Contante waarde van de te verwachten opbrengsten minus de lasten van roerende of onroerende zaken.
Synoniem: netto rendementswaarde.
Rentabiliteit
Winstgevendheid.
Rentabiliteit op het eigen vermogen (REV) bij een BV of NV:
nettowinst / eigen vermogen x 100%
Rentabiliteit op het eigen vermogen (REV) bij een eenmanszaak:
(nettowinst - ondernemersloon) / eigen vermogen x 100%.
Rentabiliteit op het totale vermogen (RTV) bij een BV of NV:
(nettowinst + interest vreemd vermogen) / totale vermogen x 100%.
alternatieve formulering van RTV bij een BV of NV:
bedrijfsresultaat / totale vermogen x 100%.
Rentabiliteit op het totale vermogen (RTV) bij een eenmanszaak:
(nettowinst + interest VV - ondernemersloon) / totale vermogen x 100%.
In alle gevallen blijft de winst van het lopend boekjaar buiten het bedrag van het eigen vermogen dat in de noemer is opgenomen, zodat een vergelijking mogelijk is met geld dat op een bank is gezet en een interestvergoeding krijgt. Als dat niet zo zou zijn, gebeuren er vreemde dingen.
Voorbeeld:
Zet 1000 euro op de bank en als je op het eind van het jaar 100 euro vergoeding krijgt, heb je een rendement van 10%.
Stop 1000 euro in je eigen zaak, behaal een vergoeding van 100 euro en je krijgt een lagere rentabiliteit als je de behaalde winst in de noemer opneemt: 100 euro/ (1/2 x (1000 + 1100) euro) = 9,5%.
Rentabiliteitswaarde
Schatting van de waarde van een onderneming op basis van de rentabiliteit [euro] {Externe Verslaggeving en Financiële Rekenkunde}. Deze waarde kan afwijken van de beurswaarde, de intrinsieke waarde, de nettovermogenswaarde en de verwervingsprijs van een deelneming.
zie ook interestberekeningen HBO
Rente
Vast bedrag dat met regelmatige tussentijden op afgesproken tijdstippen wordt uitbetaald [euro] {Financiering}.
Vergoeding voor het lenen van geld gedurende een bepaalde periode [euro/periode]. De vergoeding kan vooraf verrekend worden (dan spreekt men ook van disconto {Financiering}) of achteraf (dan spreekt men van interest {Bedrijfsadministratie en Interne Verslaggeving}).
zie ook interestberekeningen.
Rentebaten
Werkelijke rente die ontvangen moet worden voor uitgeleend geld, toegerekend aan een periode [euro/periode] {Externe Verslaggeving}. Kijk voor een toelichting bij: bedrijfseconomische-modellen.nl.
Rentedatum
De eerste dag waarop een bedrag dat bij de bank is gestort een rentevergoeding ontvangt. Dit kan een of een paar dagen na de boekingsdatum zijn.
Synoniem: valuta.
Rentefactor
Vermenigvuldigingsgetal dat bestaat uit het getal 1 plus het rentepercentage gedeeld door 100 [perunage per periode] {Financiële Rekenkunde}. Dus als de rentevoet 6% is, dan is de interestfactor (1 + 6/100 =) 1,06.
Synoniem: interestfactor.
Rentelasten
Werkelijke rente die over het vreemde vermogen betaald moet worden, toegerekend aan een periode [euro/periode] {Externe Verslaggeving}. bedrijfseconomische-modellen.nl
Synoniemen: interestlasten {Bedrijfsadministratie}; interest vreemd vermogen {Bedrijfsadministratie}; interestkosten {Financiering}; betaalde rente {Externe Verslaggeving}.
Renteswap
Overeenkomst tussen twee partijen om afspraken over de rente op een lening uit te wisselen, bijvoorbeeld een variabele rente op een lening omwisselen voor een vaste rente. Als beide partijen er belang bij hebben kan dat zonder verdere onderlinge vergoeding. Als een partij belang heeft en de ander is bemiddelaar, dan zal de bemiddelaar een vergoeding vragen voor zijn diensten.
Rentevoet
Het ‘percentage per periode’ dat in berekeningen waarin de rente een rol speelt, wordt meegenomen [% per periode] {Financiële Rekenkunde}. De rentevoet is de basis voor de rentefactor.
Synoniem: interestvoet.
Repricing (Anglicisme)
Repricing staat voor de herwaardering van opties op aandelen uit het eigen bedrijf in situaties waarin de beurskoers aanzienlijk gedaald is onder de uitoefenprijs door oorzaken die buiten de invloed van een directie liggen {Externe Verslaggeving}. Er zijn drie vormen waarin de herwaardering kan plaatsvinden: option swap, option regrant en godzilla grant.
Reserve
Balanspost die deel uitmaakt van het eigen vermogen van een onderneming. Bronnen waaruit de reserves kunnen ontstaan zijn: reservering van de winst, agio bij de plaatsing van aandelen, herwaardering van activa, wettelijke reserves, statutaire reserves en overige reserves.
Misconceptie: voorziening
Misconceptie: spaarrekening
Residuwaarde
Waarde van een machine aan het eind van de economische levensduur voordat de uitgaven voor de sloop er vanaf getrokken worden. Na aftrek van de uitgaven voor sloop is er sprake van de restwaarde.
Restwaarde
Waarde van een machine aan het eind van de economische levensduur voordat de uitgaven voor de sloop er vanaf getrokken worden. Beter zou zijn om hier te spreken van de residuwaarde.
Waarde van een machine aan het eind van de economische levensduur nadat de uitgaven voor de sloop er vanaf getrokken zijn.
Resultaat
Winst of verlies dat in een bepaalde periode is behaald [euro/periode] {Externe Verslaggeving}.
Synoniemen: bedrijfsresultaat {Interne Verslaggeving}, perioderesultaat {Bedrijfsadministratie}.
Verschil tussen het budget en de feitelijke uitkomst van een proces, zoals prijs- efficiëntie- of bezettingsresultaat [euro/periode] {Kostencalculatie}.
Resultatenrekening
Overzicht van de omzet in een periode en de posten die daarop in mindering komen omdat ze samenhangen met het behalen van die omzet (Interne Verslaggeving}.
Synoniemen: winst en verliesrekening {Externe Verslaggeving}, verlies en winstrekening {Bedrijfsadministratie}.
Overzicht van baten en lasten {Externe Verslaggeving }.
Retentie
Mate waarin er sprake is van een langdurige relatie tussen klant en organisatie gebaseerd op de afname{marketing}
Rententieprogramma
Marketingactiviteit gericht op het in stand houden van een langdurige relatie met de klant. (trouw){marketing}
Risico
Onzekerheid met betrekking tot de waarde van activa of van toekomstige kasstromen die voortvloeien uit het bezit van activa.
Dubbele onzekerheid met betrekking tot de waarde van derivaten, dat wil zeggen met betrekking tot de waarde van de activa zelf plus de waarde van de onderliggende activa die gebruikt worden om als object voor hedging. {Externe Verslaggeving}
RJ-richtlijnen
De Raad voor de Jaarverslaggeving formuleert richtlijnen waaraan beursgenoteerde bedrijven moeten voldoen met betrekking tot hun jaarverslaggeving. Sinds enkele jaren heeft de Raad tot beleid dat de IAS (International Accounting Standards), die inmiddels zijn opgevolgd door de IFRS (International Financial Reporting Standards) in jaar richtlijnen verwerkt worden indien deze in de Nederlandse situatie aanvaardbaar worden geacht. Dit betekent dat de Raad probeert om de internationale ontwikkelingen af te stemmen op Titel 9 Boek 2 Burgerlijk Wetboek. Voorheen werkte de Raad de EG-Richtlijnen uit, maar sinds de Europese Commissie van strategie is veranderd, volgt zij de IFRS-ontwikkelingen.
zie ook basisboek bedrijfseconomie HBO college hoofdstuk 15
Roerende goederen
Goederen die niet spijkervast aan de grond vernageld zitten, c.q. goederen die zichzelf kunnen verplaatsen (zoals vee) of die verplaatst kunnen worden (zoals autos). Dit in tegenstelling tot onroerende goederendie wel verbonden zijn aan de grond. Het onderscheid is van belang voor de rechstspraak. Zowel roerende als onroerende goederen kunnen onderdeel zijn van de vaste activa.
Renten, verbintenissen, vorderingen, aandelen, e.d. die overgedragen kunnen worden van de ene persoon op de andere. Deze roerende goederen behoren tot de vlottende activa.
Synoniem: roerende zaken.
Rol
Een samenhangend pakket aan taken die door een of meer personen vervuld kan worden. De rol van voorzitter valt formeel onder de persoon die tot voorzitter is benoemd, maar als die persoon niet goed functioneert, kan een ander (informeel) de rol van voorzitter overnemen door de taken van de voorzitter te verzorgen. Degene die formeel tot voorzitter is benoemd, vervult de functie van voorzitter. De rol van caissière in een supermakrt kan door verschillende personen tegelijk vervuld worden, ook door personen die op andere momenten de rol van vakkenvuller verzorgen.
Voor een organisatie is een matrix op te stellen met op de ene as de rollen die vervuld moeten worden en op de andere as de functies die ingevuld worden met personen. In de velden staan dan de takenpakketten die enerzijds tot een bepaalde rol behoren en anderzijds binnen een functie vallen.
Afkortingen
RA:(Afkorting)
RA staat voor Register Accountant
REV:(Afkorting)
REV staat voor Rentabiliteit Eigen Vermogen: zie rentabiliteit [% per periode].
zie ook uitleg rentabiliteit
RI (Anglicisme):(Afkorting)
RI staat voor Residual Income. Het is de Angelsaksische term voor overwinst [euro per periode].
RJ:(Afkorting)
Raad voor de Jaarverslaggeving. Zij formuleert richtlijnen waaraan beursgenoteerde bedrijven moeten voldoen.
ROC: Run of category of channel (Afkorting)
Vertoningswijze van advertenties over één katern of channel binnen een site {marketing}
ROCE: (Anglicisme)(Afkorting)
Return on Capital Employed, ofwel Rentabiliteit Totaal Vermogen: zie rentabiliteit [% per periode].
ROE: (Afkorting)
ROE staat voor Return on Equity, ofwel Rentabiliteit Eigen Vermogen: zie rentabiliteit [% per periode].
zie ook uitleg rentabiliteit
ROI (Anglicisme):Return On Investment (Afkorting)
Rentabiliteit op basis van het vermogen dat in aanmerking komt voor een beloning. Leverancierskrediet en andere verplichtingen waar geen interestvergoeding voor verschuldigd is, worden in mindering gebracht op de vlottende activa. Zodoende is het balanstotaal kleiner dan bij de berekening van de RTV en is het percentage dat eruit rolt dus hoger. [% per periode]
Return On Investment: Rendement op een investering, dus ook op een klein deel van de bedrijfsactiva die apart zijn genomen om deze berekening uit te kunnen voeren. [% per periode per project]
ROS: Run of site (Afkorting)
Vertoningswijze van advertenties over één hele site {marketing}
ROS (Anglicisme): Return on Sales(Afkorting)
Resultaat op basis van de omzet: de verhouding tussen het resultaat voor aftrek van interest en belastingen (EBIT) en de netto-omzet. Deze breuk levert een onbenoemd getal op: [euro per periode / euro per periode], dus bijvoorbeeld 0,4.
RTV: Rentabiliteit Totaal Vermogen(Afkorting)
RTV staat voor Rentabiliteit Totaal Vermogen: zie rentabiliteit [% per periode].
zie ook uitleg rentabiliteit