Welkom op de site van Economie Leer Kracht.
Hier vind je GRATIS hulp bij economie van VMBO tot HBO. Van docenten voor studenten en docenten.

Algemene economie

Hieronder staat uitleg over wisselkoersen: (Domein E VWO).  De Word bestanden staan er ook.
De volgende begrippen komen aan de orde:

Appreciatie Flexibele wisselkoersen Interventiegrenzen Revaluatie Vaste wisselkoersen
Arbeidskostenbeleid Flexibele wisselkoersen Monetair beleid Speculatie Wisselkoersbeleid
Bandbreedte G7 Pariteit Spilkoers Wisselkoersen (invloed van)
Bandbreedte G8 Pariteit Spilkoers Wisselkoerssystemen
Blokvorming Gecoördineerd monetair beleid Prijzen (invloed van) Structuurbeleid Wisselkoerssystemen
Depreciatie Handelspolitiek Rente (invloed van) Technologiebeleid Zwevende wisselkoersen
Devaluatie Infrastructuurbeleid Rentebegrippen Uitleenrente Zwevende wisselkoersen
Disconto Inleenrente Rentebeleid Valuta
EMS (wisselkoersstelsel) Interventiegrenzen Rentewijziging Vaste wisselkoersen


icon Download Wisselkoersen (gehele domein)


icon Wisselkoersen_depreciatie_devaluatie
icon Wisselkoersen- wisselkoersstelsels_ zwevende- flexible- wisselkoersen
icon Rentebegrippen_uitleenrente_inleenrente
icon Rente- vaste-wisselkoersen-vrij internationaal- kapitaalverkeer_ disconto
icon Interventie-valutamarkt_ vaste wisselkoersen
icon Euro- Europese-Centrale-Bank_ invloed- rente_ prijzen

Videouitleg DocentECO (youtube)


Hier uitleg over de prijzen van goederen in dit geval een Big Mac om wisselkoersen uit te leggen.
icon Wat kost een big mac

 


Domein E                  Wisselkoersen

Vraag naar een valuta (van een bepaald land):

De vraag naar een valuta wordt bepaald door:

a)

Export op de lopende rekeningen

(van de betalingsbalans)

Het buitenland koopt o.a. goederen en diensten en moet deze betalen met de munt van het exporterende land.

Voorbeeld: als Japan goederen uit Nederland importeert (Nederland exporteert dan), moet Japan met euro’s betalen. Japan moet de eigen valuta (Japanse yen) wisselen voor euro’s. Hierdoor stijgt de vraag naar de euro op de valutamarkt

b)

Import van kapitaal

(op de kapitaalrekening)

Buitenlanders beleggen in Nederland.

Voorbeeld: als Denen beleggen in Nederland, beleggen ze in euro. Ze moeten dan de eigen valuta (Deense Kroon) wisselen voor euro’s. Hierdoor stijgt de vraag naar euro op de valutamarkt.

Aanbod van een valuta (van een bepaald land):

Het aanbod van een valuta wordt bepaald door:

a)

Import op de lopende rekeningen

(van de betalingsbalans)

Er worden goederen en diensten in het buitenland gekocht en moeten betaald worden in buitenlandse valuta, het importerende land moet eigen valuta wisselen.

Voorbeeld: als Nederland goederen uit de VS importeert (VS exporteert dan), moet Nederland met dollars betalen. Nederland moet dan euro’s wisselen voor dollars. Hierdoor stijgt het aanbod van de euro op de valutamarkt

b)

Export van kapitaal

(op de kapitaalrekening)

Nederlanders beleggen in het buitenland.

Voorbeeld: als Nederlanders beleggen in Engeland, beleggen ze in Engelse ponden . Ze moeten dan euro’s wisselen voor Engelse ponden.

Hierdoor stijgt het aanbod van de euro op de valutamarkt.

  

Appreciatie:

= stijging van de koers:

 

Vraag naar valuta +  koers +

Aanbod van valuta - koers +

Depreciatie:

= daling van de koers:

Vraag naar valuta - koers -

Aanbod van valuta + koers -

 Inflatie / deflatie:

Inflatie:

= prijsstijging; stijging van de gemiddelde prijzen voor goederen en diensten.

Deflatie:

= prijsdaling; daling van de gemiddelde prijzen voor goederen en diensten.

 Rentebegrippen:    

Banken gebruiken twee rentebegrippen;

Uitleenrente:

Dit is de rente die klanten moeten betalen voor een lening (bijv. Hypotheek)

Banken lenen geld uit; de (uitleen)rente ontvangen ze als vergoeding.

Inleenrente:

Dit is de rente die klanten ontvangen op bijvoorbeeld hun spaargeld.

Banken lenen geld in; de (inleen)rente betalen ze als vergoeding.

 Rente wijzigingen:

Rentestijgingen en rentedalingen gelden voor beide rentebegrippen; als de rente verandert, verandert de inleenrente én de uitleenrente.

 Voorbeeld:

 

Uitleenrente

Inleenrente

Winstmarge voor banken

Uitgangssituatie:

9%

5%

4%

Na rentestijging:

10%

6%

4%

Na rentedaling:

8%

4%

4%

 De  Euro en de Europese Centrale Bank.

Sinds 1998 is er in de Eurolanden sprake van een zgn. gecoördineerd monetair beleid. Dit beleid is sinds de invoering van de Euro (in 2002) nog duidelijker geworden. Als de Europese Centrale Bank (ECB) haar rente (= refi-rente) verhoog / verlaagd moeten de centrale banken in de eurolanden deze rentewijziging overnemen. De (nationale) Centrale Banken waaronder De Nederlandsche Bank (DNB) zullen hun officiële rentetarieven (= disconto) ook verhogen / verlagen. Vervolgens zullen de algemene banken de rente weer aanpassen voor hun klanten.

 ECB:                                 Centrale banken:               Algemene banken:

Refi-rente +    ->      disconto +                        ->      rente +

Refi-rente -     ->      disconto -                         ->      rente + 

 Invloed van wisselkoersen op prijzen en de export/import van de Eurolanden:

Koers

Euro:

Koers

Euro - -> 

Goederen uit de Eurolanden (waaronder Nederland) worden voor andere (niet-euro)landen goedkoper ->

Export Eurolanden en Nederland +

Koers

Euro + -> 

Goederen uit de Eurolanden (waaronder Nederland) worden voor andere (niet-euro)landen duurder ->

Export Eurolanden en Nederland -

Koers

vreemde

valuta:

Koers vreemde

valuta - -> 

Goederen uit andere landen worden voor de Eurolanden (waaronder Nederland)

goedkoper ->

Import Eurolanden en Nederland +

Koers vreemde

valuta + -> 

Goederen uit andere landen worden voor de Eurolanden (waaronder Nederland)

duurder ->

Import Eurolanden en Nederland -

 Invloed van prijzen op export/import, betalingsbalans en wisselkoersen:

Nederlandse

prijzen:

Nederlandse

prijzen - -> 

Nederlandse producten/diensten worden voor niet eurolanden goedkoper

Nederlandse

Export + ->

Vraag naar

Euro +

Koers

Euro +

Nederlandse

prijzen + -> 

Nederlandse producten/diensten worden voor niet eurolanden duurder

Nederlandse

Export - ->

Vraag

naar

Euro -

Koers

Euro -

Prijzen in niet eurolanden:

Prijzen in niet eurolanden - -> 

Producten/diensten uit niet eurolanden worden voor Nederland goedkoper

Nederlandse

Import + ->

Vraag naar

Vreemde

valuta +

Koers

Vreemde

valuta +

Prijzen in niet eurolanden + -> 

Producten/diensten uit niet eurolanden worden voor Nederland duurder

Nederlandse

Import - ->

Vraag naar

Vreemde

valuta -

Koers

Vreemde

valuta -

Invloed van de (refi-)rente op kapitaalstromen en wisselkoersen:

 

 

 

Refi-rente, disconto en

rente + -> 

 

 

 

Eurolanden (en Nederland) zijn aantrekkelijk

voor beleggers

Kapitaalimport van de Eurolanden (en NL) +

(door niet-eurobeleggers)





 en

 
Kapitaalexport van de Eurolanden (en NL)  -

(door eurobeleggers)

Vraag naar

Euro +

 

 

en

 

Vraag naar

Vreemde valuta -

Koers

Euro +

 

 

=

 

Koers

vreemde

valuta -

 

 

Refi-rente, disconto en

rente - -> 

 

 

Eurolanden (en Nederland) zijn onaantrekkelijk voor beleggers

Kapitaalimport van de Eurolanden (en NL) -

(door niet-eurobeleggers)

 

en

 

Kapitaalexport van de Eurolanden (en NL) +

(door eurobeleggers)

Vraag naar

Euro -

 

 

en

 

Vraag naar

Vreemde valuta +

Koers

Euro -

 

 

=

 

Koers

vreemde

valuta +

Invloed van Buitenlandse rente op kapitaalstromen en wisselkoersen:

 

 

 

Buitenlandse

rente + -> 

 

 

 

Buitenland is aantrekkelijk

voor beleggers

Kapitaalimport van de Eurolanden (en NL) -

(door niet-eurobeleggers)

 

en

 

Kapitaalexport van de Eurolanden (en NL) +

(door euro-beleggers)

Vraag naar

Euro -

 

 

en

 

Vraag naar

Vreemde valuta +

Koers

Euro -

 

 

=

 

Koers

vreemde

valuta +

 

 

 

Buitenlandse

rente - -> 

 

 

 

Buitenland is onaantrekkelijk voor beleggers

Kapitaalimport van de Eurolanden (en NL) +

(door niet-eurobeleggers)

 

en

 

Kapitaalexport van de Eurolanden (en NL) -

(door eurobeleggers)

Vraag naar

Euro +

 

 

en

 

Vraag naar

Vreemde valuta -

Koers

Euro +

 

 

=

 

Koers

vreemde

valuta -

NB:  De Europese Centrale Bank (ECB) heeft samen met de centrale banken van de eurolanden (waaronder De Nederlandsche Bank; de centrale bank van Nederland) een aantal instrumenten c.q. mogelijkheden de rente in Europa (en Nederland) te verhogen of te verlagen (zie eindterm 25 en 32*). 

Wisselkoersen:

De waarde van een munt uitgedrukt in een andere munt. Bijv.:          € 1 = $ 0,90

(voor € 100 krijg je $ 90). Gebruikelijke koersnotatie bij banken per 100; uitzondering $ (Dollar) en £ (Pond) per stuk en ¥ (Japanse Yen) per 10.000.

Wisselkoersstelsels:

a)

Zwevende

of flexibele

wisselkoersen:

De prijsvorming van vreemde valuta is volkomen vrij.

De koers (= prijs) van een valuta komt tot stand door vraag (= qv) en aanbod (= qa).

Als:    qa + -> koers -                als:     qa - -> koers +

Als:    qv + -> koers +               als:     qv - -> koers -

b)

Vaste

wisselkoersen:

De hoogte van de koers wordt bepaald door vraag en aanbod maar moet wel binnen de (officieel) afgesproken grenzen blijven. De centrale banken van de deelnemende landen dienen, volgens de internationale afspraken, er voor te zorgen dat de vraag en het aanbod zo hoog zijn dat de (evenwichts)koers binnen de interventiegrenzen blijft.

Als de koers van een valuta te hoog is zullen de centrale banken:

qa + -> koers - 

Als de koers van een valuta te laag is zullen de centrale banken:

qv + -> koers +              

Voordelen en nadelen van zwevende of flexibele wisselkoersen:

Voordelen

Nadelen

Permanent evenwicht op de valutamarkt (vraag naar valuta = aanbod van valuta) en permanent evenwicht op de betalingsbalans (exporten = importen) en dus: ruimte voor zelfstandig binnenlands beleid en het ontbreken van de noodzaak tot het aanhouden van een monetaire reserve (interventie is niet nodig).

Onzekerheid die het internationale handelsverkeer kan schaden:

Bedrijven die exporteren zijn niet zeker van hun opbrengsten als zij vreemde valuta ontvangen voor de goederen die zij aan het buitenland leveren. Importerende bedrijven zijn niet zeker van hun kosten als zij goederen in het buitenland kopen.

Speculatie en wisselkoersen:

Speculatie heeft een versterkend effect op de wisselkoersen (bijv.: de dollar):

Beleggers verwachten een koersdaling van de dollar ->

beleggers verkopen de dollar ->

aanbod van de

dollar + ->

koers $ -

Beleggers verwachten een koersstijging van de dollar ->

beleggers kopen de

dollar ->

vraag naar de

dollar + ->

koers $ +

Conclusie:     wat beleggers verwachten komt uit!

Wisselkoersstelsels in Europa (en Nederland):

tot 1999

 

vanaf 2002

Voor 1999:

Vastwisselkoersstelsel met een bandbreedte; schommelingen van de wisselkoersen mogelijk binnen de interventiegrenzen

Tussen 1999 en 2002:

Stabiliteitspact; volledig (100%) vaste wisselkoersen. 

Na 2002:

Euro:

Eén munt in 12 landen (nu

(DING FLOF BIPS).


Nu 25 eurolanden zie http://nl.wikipedia.org/wiki/Euro

Vaste of stabiele wisselkoersen:

De hoogte van de koers wordt bepaald door vraag en aanbod maar dient wel binnen de (officieel) afgesproken grenzen te blijven. De centrale banken van de deelnemende landen dienen, volgens deze internationale afspraken, er voor te zorgen dat de vraag en het aanbod zo hoog zijn dat de (evenwichts)koers binnen de interventiegrenzen blijft.

 NB: Dit systeem werd alleen binnen Europa (EMS = Europees Monetair stelsel) gebruikt.

 Bij dit systeem (voor 1999) werd afgesproken (zie ook eindterm 23*):

1)

Spilkoers

(of pariteit)

Bijv.: de spilkoers van de Duitse Mark t.o.v. de Nederlandse gulden was ƒ 112,673 (DM 100 = ƒ 112,673).

2)

Bandbreedte

Bijv.: de bandbreedte voor de Nederlandse gulden en de Duitse Mark was 4,5%. Dit de totale afwijking (naar boven én naar beneden) t.o.v. de pariteit. Dit betekende dat:

De koers van de DM mocht maximaal 2,25% boven de spilkoers liggen.

De koers van de DM mocht maximaal 2,25% onder de spilkoers liggen.

 Indien nodig kunnen spilkoers en/of bandbreedte worden aangepast, dit gebeurt dan officieel  door het EMS (in samenspraak met alle deelnemende landen).

 Voordelen en nadelen van vaste wisselkoersen:

Voordelen

Nadelen

Zekerheid die het internationale handelsverkeer kan bevorderen. Exporterende en importerende bedrijven zijn zeker van hun opbrengsten resp. kosten (deze bedrijven zijn dan minder terughoudend).

Geen permanent evenwicht op de valutamarkt en de betalingsbalans, dus: de noodzaak van binnenlandse aanpassingen bij verstoringen en het aanhouden van een monetaire reserve (nodig voor interventie, zie eindterm 23*).

 NB 1:  In de wereldeconomie geldt het flexibele systeem van wisselkoersen. Het systeem van vaste wisselkoersen werd binnen Europa door het EMS (= Europees Monetair stelsel) gebruikt tot de invoering van het stabiliteitspact in 1999 (zie eindterm 22*). Door de invoering van de Euro is het vaste wisselkoerssysteem niet meer nodig omdat er bij een gemeenschappelijke munt geen valutarisico’s meer zijn.

NB 2:  In het kader van de ontwikkelingen binnen de Europese Monetaire Unie (EMU) zullen t.z.t. een aantal taken van de nationale Centrale Banken (CB) vervallen en worden overgenomen door de Europese Centrale Bank (ECB).

Met de invoering van de Euro zijn valuta interventies zoals beschreven niet meer aan de orde; het vaste wisselkoersstelsel is dan immers vervangen door één munt, de Euro.

Interventie op de valutamarkt bij vaste wisselkoersen (EMS voor 1999):

Interventie op de valutamarkt (bij vaste wisselkoersen):

Als de wisselkoers (qv = qa) binnen de interventiegrenzen blijft zal DNB (en andere Centrale banken) niet ingrijpen. Er zijn echter situaties denkbaar waarbij de Centrale Banken wel moet ingrijpen. Dit ingrijpen noemen we met een mooi woord: ‘interveniëren’.

 NB:    Afhankelijk van de situatie moeten de Centrale Banken de problemen oplossen door:

De vraag te laten STIJGEN of het aanbod te laten STIJGEN.

 Als de koers van de DM boven de bovenste interventiekoers komt, grijpt DNB in;

De koers van de DM moet dalen dus:

-          DNB zal DM verkopen tegen guldens (qa DM + -> koers DM -).

-          De Duitse Centrale Bank moet ook DM verkopen tegen (qa DM + -> koers DM -).

 

 Als de koers van de DM onder de onderste interventiekoers komt, grijpt DNB in;

De koers van de DM moet stijgen dus:

-          DNB zal DM kopen met guldens (qv DM + -> koers DM +).

-          De Duitse Centrale Bank moet ook DM kopen met (qv DM + -> koers DM +).


Fluctuaties binnen de bandbreedte:

Koersstijging (binnen de bandbreedte)

= appreciatie

Koersdaling (binnen de bandbreedte)

= depreciatie

 Devaluatie en revaluatie:

Revaluatie

= een officiële, volgens internationale afspraak, verhoging van de spilkoers (of pariteit) + interventiegrenzen

(= koersstijging).

Dit gebeurt als interventie (bovenste interventiegrens) te vaak nodig is, er zijn dan (te vaak) overschotten op de betalingsbalans.

Devaluatie

= een officiële, volgens internationale afspraak, verlaging van de spilkoers (of pariteit) + interventiegrenzen

(= koersdaling).

Dit gebeurt als interventie (onderste interventiegrens) te vaak nodig is, er zijn dan (te vaak) tekorten op de betalingsbalans..

 Rente en vaste wisselkoersen bij vrij internationaal kapitaalverkeer:

In plaats van interventie kunnen Centrale banken ook m.b.v. de rentestand de wisselkoers in de gewenste richting beïnvloeden (bijv.: de Euro):

Centrale Banken:

Disconto + ->

Algemene banken:

Rente + ->

Euro is

aantrekkelijk

voor beleggers

qv Euro+ ->

qa Euro - ->

Koers

Euro +

Centrale Banken:

Disconto - ->

Algemene banken:

Rente - ->

Euro is

onaantrekkelijk

voor beleggers

qv Euro - ->

qa Euro + ->

Koers

Euro -

 Discontopolitiek:

Het disconto is het officiële rentetarief dat de algemene banken moeten betalen aan de Centrale Bank als zij geld lenen van de Centrale Bank. Als de Centrale bank  het disconto verhoogt, moeten de algemene banken meer betalen voor hun leningen. Deze stijging zullen zij doorrekenen aan hun klanten, waardoor de rente in het land stijgt. Bij een dalend disconto, kunnen banken goedkoper geld lenen. Concurrentie tussen algemene banken onderling zal de rente laten dalen. Bij een stijgende Nederlandse rente wordt de Euro aantrekkelijk voor beleggers; buitenlandse beleggers zullen in Nederland gaan beleggen i.v.m. de hogere rente (qv Euro stijgt) en Nederlandse beleggers blijven in Nederland met hun kapitaal (qa Euro daalt). Hierdoor stijgt de koers van de Euro. Bij een dalende rente zien we uiteraard tegengestelde reacties.

 Gecoördineerd ingrijpen van de monetaire autoriteiten:

Omdat de dollar en de yen sleutelvaluta zijn (valuta die in het internationale betalingsverkeer worden gebruikt) zijn de wisselkoersen van deze valuta voor vele landen van belang. De dollar ($) en de yen (¥) zijn daarom voorbeelden van valuta die m.b.v. gecoördineerde rentepolitiek en interventie op de valutamarkt ‘gestuurd’ worden:

 

Rente in VS en Japan +

$ en ¥ zijn aantrekkelijk

voor beleggers ->

 

Vraag naar

$ en ¥ + ->

 

 

Koers $ en ¥ +

Centrale banken kopen  $ en ¥ ->

Rente in VS en Japan -

$ en ¥ zijn onaantrekkelijk

voor beleggers ->

 

Aanbod van

$ en ¥ + ->

 

 

Koers $ en ¥ -

Centrale banken verkopen $ en ¥ ->

Bovenstaande wordt o.a. gedaan door de G7 (organisatie van de zeven belangrijkste industrielanden: VS, Japan, Canada, Duitsland, Frankrijk, Groot Brittannië, Italië).

(G8 = G7 + Rusland).  



Joomla template made by HeJian